Studentenwoordenboek 2021
Ballen die kop kluiven met snerpende hertjes. De hj die HJ in de bo haalt. Een bruine fruitschaal bestellen tijdens de domibo en gesalu op maandagmiddag. Als sjaars kun je bijna niet om de studententaal heen. De studententaal is vaak beeldend, grappig en een tikkeltje grof. Een nieuwere ontwikkeling is het constante gebruik van afkortingen, ook wel afko’s. De afko’s worden volop omarmd door studenten. Er zijn zelfs volledige Instagram-accounts aan de afkortingen gewijd, zoals @dehaarclipvanmarieclaire. Maar wat betekenen al deze termen en afkortingen dan? Wij geven je een overzicht van de belangrijkste studentikoze woorden en afkortingen in het studentenwoordenboek 2021!
A
Afko – afkorting.
Afpilsen – laatste biertje(s) drinken.
Atten – glas in één keer leegdrinken.
AVG – aardappels, vlees en groenten.
Avklo – avondklok.
B
Bal – ook wel corpsbal genoemd: iemand die lid is van het corps (traditionele studentenvereniging).
Boka – bonuskaart.
Boschado – boodschappen doen.
Brakpak – comfortabele kleding die je aantrekt als je brak bent.
Bruine fruitschaal – bittergarnituur.
BVO’tje – biertje voor onderweg.
C
Capu – cappuccino.
Cor – corona.
D
Dimibo – dinsdagmiddagborrel.
Domibo – donderdagmiddagborrel.
E
Eigenpijper – iemand die vol is van zichzelf.
F
Feut – iemand die net lid is van de vereniging en nog in de groentijd zit.
G
Gecondo – gecondoleerd.
Geru – gemeenschappelijke ruimte.
Gesalu – gezellig samen lunchen.
Grondpizza – als iemand na een goede avond een barfje legt (kotst).
H
Hg – huisgenoot.
Hila – hilarisch.
HJ – Hertog Jan.
Hj – huisjongste.
Ho – huisoudste.
Hospiteren – vleeskeuring voor een studentenkamer.
I
Ibu – ibuprofen.
In de bo – in de bonus.
J
JC – jaarclub: een club binnen een studentenvereniging van leden die op hetzelfde moment lid zijn geworden.
K
Kennismakingstijd (KMT) – in de volksmond: ontgroening. Een introductieperiode (meestal met pesterijen en vernederingen) die aankomende leden van een studentenvereniging moeten doorstaan om lid te worden.
Knor – een term voor studenten die geen lid zijn van een corporale studentenvereniging, volgens studenten van een corporale vereniging.
Kop kluiven – zoenen of tongen.
Kowa – korte wandeling.
Kwarrel – kwaliteitsscharrel: een scharrel die potentieel relatiemateriaal is.
L
Lawa – lange wandeling.
M
Mamibo – maandagmiddagborrel.
Mdm – met de meiden.
Moka – mondkapje.
N
Natte tosti – corpsbal die erg vol is van zichzelf.
O
Ongi – ongesteld.
Opla – oplader.
P
Podca – podcast.
Prela – pre-relatie.
Prilla – prille relatie.
Q
Quara – quarantaine.
Quabo – quarantaineborrel.
Quarrel – quarantaine scharrel.
R
Regelen – zoenen of seks hebben: een thema waar onze blogger Julia regelmatig over schrijft in de reeks Studentenleed.
S
Sjaars – eerstejaars student.
Snerpend hertje – vrouwelijk schoon.
Stufi – studiefinanciering.
T
Tenta – tentamen.
U
U – Utrecht.
V
Vawa – vaatwasser.
Vrijmibo – vrijdagmiddag borrel.
VVV – vrienden van vroeger.
W
Wobo – woordenboek. Check voor meer studentikoze afkortingen het afkowobo.
Woka – woonkamer.
Womibo – woensdagmiddagborrel.
X
X – xtc.
Y
Yoghuren – wordt door mannen gebruikt om aan te geven dat ze seks willen hebben met iemand: “iemand vol yoghuren”.
Z
Zamibo – zaterdagmiddagborrel.
Zomibo – zondagmiddagborrel.